Oorlogsmusea in de buurt
De oorlogsmusea op dagtripafstand van ons waar we nog geen bezoekje aan gebracht hebben, zijn misschien wel op één of toch op maximum twee handen te tellen. Eén ervan kunnen we inmiddels bijkomend afstippen: het In Flanders Fields museum in Ieper.
Nee, eigenlijk is dit niet correct. We zijn er al geweest – túúrlijk zijn we er al geweest want het ligt op amper een kwartiertje rijden van ons – maar het moet ja-ren geleden geweest zijn. In elk geval, de kinderen waren toen nog veel te klein om die uitstap nu nog te herinneren. Daarnaast was Ieper al voor 2 van de 3 jongens één van de (logische en) obligate schooluitstap. Blijkbaar zal de derde dit niet meer doen, wat ons deed beslissen om er zelf toch met het gezin nog eens naartoe te trekken.
(disclaimer: we bezochten dit museum in februari, vlak voor de eerste lockdown dus. Vandaar dus nergens een spoor van handgels of mondmaskers. Het is dus een beetje ‘like in the old days’. Door de hiermee gepaard gaande sluiting van de musea, hebben we gewacht om over ons bezoekje te schrijven want … jou warm maken om een museum waarvan de deuren keihard dicht moeten, is een beetje als zout in de wonde strooien. Dat doen we niet. Nu we zicht hebben om de heropening van de musea, kunnen we dan ook niet wachten om weer vele tips op jullie af te vuren; te beginnen dus met het Flanders Fields… Have fun, be safe.)
Ieper
Wij dus naar Ieper.
Aan het onthaal kregen we verrassend genoeg de vraag of we enkel voor dit museum kwamen, en of we niet graag ook een tweede museum erbij wilden bezoeken. Via 2 EUR extra konden we namelijk niet 1 maar wel 2 musea bezoeken. Alsof dat voor ons een straf zou zijn… een extra museum bezoeken? Tuurlijk gingen we voor de full option 😉 .
Maar eerst het In Flanders Fields museum.
Elk van ons kreeg een poppy-armbandje. Hiermee openden niet alleen de deuren van het museum zich voor ons maar konden we verschillende schermen of geluidsfragmenten activeren. Altijd leuk.
Het museum bevindt zich eigenlijk op de eerste verdieping van de historische lakenhalle (wel, eigenlijk na de Eerste Wereldoorlog volledig herbouwd), een enorme ruimte van wel 125 meter lang (!). In deze gigantische ruimte werden diverse capsules geplaatst waar we nu eens ontluisterende foto’s van slachtoffers van de gasaanvallen zagen, of waar een film getoond werd waar een dokter en verpleegsters van een veldhospitaal hun verzuchtingen over de wreedheden van de oorlog vertelden.
Rondom deze capsules werden etalages gevuld met persoonlijke spullen van vluchtelingen of soldaten; allemaal dus met een soms pijnlijk, maar soms ook gewoon liefdevol of grappig eigen verhaal.
Je moet echt eens de tijd nemen om naar enkele van die persoonlijke verhalen te luisteren. We konden kiezen tussen het verhaal van een vluchteling, een pastoor, een soldaat van de ene kant en een van de andere kant. Wel, kiezen is niet aan ons besteedt. Dus ja, je raadt het al… wij beluisterden ze allemaal. De verhalen duren misschien wel wat lang om te blijven staan maar de verteller neemt je mee in het verhaal zodat we elk gevoel voor tijd verloren.
Eenmaal de 125 meter lange hal afgestapt, komt er plots een eind aan het museum. Toegegeven, aan het eind hadden we een wat uitgeschud gevoel. Wat hadden we nu eigenlijk allemaal gezien. De wreedheid van de oorlog is duidelijk – en logisch – iets wat niet in één hap verteerbaar is. We moesten dit kauwen en herkauwen. Maar ook dat is oorlog; niets leuks aan maar we moeten het blijven herinneren. En daar slagen ze in Ieper wel goed in. Ieper straalt gewoon oorlog uit (of vrede, zoals je wenst). Alles in Ieper staat in het teken van die verdomde strijd, elke souvenirswinkel, elke taverne draagt wel een met de oorlog gerelateerde naam, het ene monument volgt het andere op, met als sluitstuk natuurlijk de Menenpoort. En dan te weten dat Ieper na de 1e oorlog volledig in puin lag en eigenlijk steen voor steen opnieuw opgebouwd werd. En net daarover gaat de tentoonstelling die in maart opende: Feniks, de wederopbouw na de Eerste Wereldoorlog.
Het menselijk leed
In Flanders Field is een museum dat je móet gezien hebben. Waarom? Eerst en vooral omdat het bekendste museum is over de Groote oorlog van ons land. Maar ook omdat het zo anders is dan alle andere museum. Daar waar andere musea het feitelijke verloop van de oorlog vertellen met veel statistieken en een bonte verzameling van voertuigen of andere artefacten geven, vonden we in In Flanders Field hooguit enkele wapens en absoluut nul voertuigen. We gingen er dus ook niet buiten met een opfrissing van het verloop van de oorlog, zelfs niet van de stellingenoorlog. Wat wel aan bod komt is de geschiedenis van de Ieperboog en de 3 grote slagen in en om Ieper.
Maar algemeen legt het museum het accent op het menselijke verhaal achter de oorlog. Uniek in zijn soort dus.
Bij de buren
En dan moesten we nog bij de buur op bezoek.
Jammergenoeg was het niet meegedeeld dat dit Yper Museum om 17 u zou sluiten. Toen we er rond 16.15 toekwamen, hadden we dus de opdracht om binnen 45 minuten het museum te doorlopen. Quasi onbegonnen werk dus. We zullen dus nog eens moeten teruggaan, maar het zag er in elk geval veelbelovend uit!
Aanrader?
Moeilijke vraag natuurlijk. Voor ons was het zeker een voltreffer !
Veel hangt af wat je van een museum over de Eerste Wereldoorlog verwacht. Wil je een duidelijk overzicht krijgen van de oorlog, wil je een inzicht krijgen over de stellingenoorlog of wil je meer te weten komen over het arsenaal aan voertuigen of materiaal dat gebruikt werd, dan ben je in Ieper niet aan het juiste adres.
Ben je op zoek naar verhalen over de gewone mensen achter de oorlog en wil je het historisch gebouw van de lakenhalle bewonderen, dan zal je wel aan je trekken komen in In Flanders Fields.
Afsluiten met een stadswandeling!
En in elk geval… zelfs als je echt geen zin hebt in een museum, dan moet je toch eens naar Ieper – en bij uitbreiding naar de Westhoek (hier enkele ideetjes) – afzakken. Een wandeling op de vesten of in de zo bijzondere binnenstad is in ieder geval a.l.t.i.j.d. een aanrader!
Wij deden ergens in mei de 6,6 km lange stadswandeling van Ieper. Die vonden we op de site van Westtoer (hier een linkje ernaar toe). Zoals bij alle erfgoedwandelingen van Westtoer, volgden we gewoon de klinknagels in de grond en zagen zo nog eens de belangrijkste plekjes van de Kattenstad.
Praktisch?
Het museum ligt op de Grote Markt van Ieper. Lang zal je dus niet moeten zoeken naar het gotische gebouw. Je kan dus een combi-ticket komen voor dit museum en het Yper museum maar zorg er dan wel voor dat je voldoende tijd voor beide musea hebt. Voor 2 EUR extra kan je nog naar de top van het belfort klimmen. Let wel, dit is pas mogelijk als het weer het toelaat.
Heel beklijvend, maar belangrijk om niet te vergeten!!