🇧🇪
Ze zijn terecht al jaar en dag de trots en de landmark van Kortrijk, de 2 witstenen Broeltorens.
Deze imposante middeleeuwse torens op de Leie-arm in het centrum van de stad hebben een bijzonder rijk gevuld verleden.
Na de periode van de Guldensporenslag werd de roep om versterking van de stad aangewakkerd. Uiteindelijk kreeg de stad in 1353 de toestemming van de Graaf van Vlaanderen, Lodewijk van Male, om een stadsmuur te bouwen. De aanhoudende vete tussen Engeland en Frankrijk, waar Kortrijk tussen geprakt zat, zorgde voor veel vertraging in de werken. Meer zelfs, de Franse koning aasde nog op wraak voor de nederlaag in 1302, die hij le désastre de Courtrai, noemde. En de wraak van deze Karel VI, toen amper 14 jaar oud, bestond er in om de stad plat te branden… Het verbaast dus niemand dat de bijnaam van deze koning ‘de waanzinnige’ was (Charles le Fou).
De rust moest dus dringend terug gevonden worden.
Het was uiteindelijk de schoonzoon van Lodewijk van Male, Filips de Stoute – zelf zoon van de Franse koning (Karel V) en oom van koning Karel VI, die de rust in de stad wat terugbracht en die de bouw van de stadsomwalling kon aanvatten. Het moet gezegd, het was niet in het belang van Kortrijk dat Filips de rust terugbracht. Als jongste zoon van de Franse koning maakte hij geen aanspraak op de Franse kroon; dus bestudeerde hij de huwelijksmarkt in de omliggende landen en zo zag hij dat de enige dochter van Lodewijk uiteindelijk Vlaanderen zou erven… en zo werd Margaretha van Male, plotsklaps een goede partij.
Nu, wat zijn beweegredenen ook waren, hij was het die ervoor zorgde dat de Broeltorens er kwamen, als bescherming tegen aanvallen uit het Oosten, lees: uit Gent… De Noordelijke toren, Inghelburghtorre, werd voltooid onder zijn zoon, Jan zonder Vrees, en de zuidelijke toren, de Speytorre, werd heropgebouwd naar het voorbeeld van de noordelijke toren, onder zijn kleinzoon, Filips de Goede. Allemaal namen die klinken als een klok !
Bijna was er trouwens geen sprake meer van de torens. Lodewijk de XIV speelde namelijk met het idee om deze te slopen. Gelukkig had de stad een aardig centje over om deze plannen af te kopen. Fieuw.
Ook de twee wereldoorlogen hebben de torens geen goed gedaan; dat spreekt voor zich. Maar sinds 2013 kunnen we eindelijk weer vol trots kijken naar de prachtig en minutieus gerestaureerde torens.
Sinds kort kunnen de torens in de zomermaanden zelfs bezocht worden. Echt een aanraden om er eens binnen te gaan!
Wil je alleen van het zicht genieten, kan dat natuurlijk ook op de fenomenale Leieboorden waar Kortrijk sinds enkele weken over beschikt. Het is er heerlijk vertoeven in de zomerzon. Je vindt er zeker een plekje rust in de drukte van de stad.
En wandel je over de kasseien van de Broelbrug van de ene naar de andere toren, dan kom je in het midden de heilige Johannes tegen, beschermer van de drenkelingen; maar dat is voor een andere blogpost…