🇳🇴
Noorwegen heeft een speciale plek in ons hart veroverd en dat komt echt niet alleen door de fenomenale natuur maar ook door de gemoedelijke en gastvriendelijke Noren én door de leuke verrassende plaatsen die we er mochten ontdekken.
Maar niet alleen het land op zich heeft ons omvergeblazen, maar ook de hoofdstad Oslo.
Sowieso sprak de stad al tot onze verbeelding. Hoe het komt, weten we niet, maar de stad had iets mystieks over zich. De verwachtingen lagen dan ook bijzonder hoog. En het moet gezegd, de verwachtingen werden meer dan ingelost. We slenterden niet alleen door de mooie stad, maar liepen ook op het dak van het architecturaal hoogstandje dat de opera van Oslo is en we bezochten het inspirerende museum rond Thor Heyerdahl.
Even buiten het centrum gingen we hoog in de groene heuvels rond de stad eens kijken naar de fameuze Skischans van Holmenkoller.
De skischans zoals ze er nu staat, dateert van 2010 maar men zou al duizenden jaren van deze heuvel geskied hebben… In elk geval worden er al sinds het eind van de 19e eeuw wedstrijden georganiseerd. Wel 19 keer kreeg de schans een upgrade om uiteindelijk een hillsize van 134 meter te krijgen en plaats te geven aan niet minder dan 70.000 toeschouwers.
Vooraleer je op de site van de schans aankomt, moet je toch even wel hoogtemeters maken waarbij het behoorlijk draaien en keren is in de residentiële buitenwijk van Oslo, hetgeen op zich niet erg is want de weg omhoog loopt langs bijzonder mooie Noorse huizen. Terwijl papa – chauffeur van dienst – zijn ogen op de baan houdt, kunnen we tussen de huizen door zelfs genieten van het zicht op de steeds lager liggende stad.
Eenmaal aangekomen op de parking van Holmenkollen, heb je eigenlijk geen idee wat er je te wachten staat. Je komt dan ook niet onmiddellijk bij een imposant gebouw. Je komt aan op een parking en moet dan nog een eindje stappen richting de ingang. Ook daar weet je niet goed of het wel iets zal zijn.
Maar eenmaal binnen, wisten we wel dat het goed zat.
Alvorens echt kennis te maken met de schans, werden we door een museum gestuurd, een museum over – hoe kan het ook anders – de skisport. Dit museum ligt natuurlijk op een heel logische plaats. Skiën is een heel belangrijke sport voor de Noren. Vele Noren, inclusief de koninklijke familie met destijds natuurlijk Olaf op kop, zijn begenadigde skiërs. Het museum is dan ook een eerbetoon aan dit deel van de Noorse cultuur; terecht.
Het museum bevat onder andere een historisch overzicht van het skiën maar ook over de expeditie van Amundsen, bekend van de race om de Zuidpool, die als eerste over de Noordpool gevlogen is.
Na dit bezoek aan het museum, wordt ons geduld wat op de proef gesteld doordat we een behoorlijke tijd moeten wachten om de lift naar boven in te kunnen. Gelukkig hebben we tijdens het wachten een eerste zicht op de schans zodat de kinderen kunnen zien dat het wachten beloond zal worden. En dat is nog maar een understatement.
Eenmaal boven heb je een fenomenaal zicht, niet alleen op de schans maar ook op Oslo en de Oslofjord. Adembenemend. Om dan nog maar te zwijgen van de klamme handjes die we kregen toen dachten aan de schansspringers die op hun ski’s de enorme afdaling durfden te maken.
Als bezoeker kan je natuurlijk deze afdaling niet per ski’s doen, maar de waaghalzen kunnen de afdaling wel maken met een zipline. Wij besloten wijselijk om deze kelk aan ons voorbij te laten gaan… niettemin – chapeau voor de durvers.