Op verkenning in de kleinste stad van het land – Mesen – 3,6 km

Klein maar fijn!

Wandelen kan je overal; zelfs in de kleinste stad van het land.

Sinds 1985 is het de West-Vlaamse faciliteitengemeente Mesen die de kroon van ‘kleinste Belgische stad’ mag dragen. En hiermee stootte Mesen ineens het Luxemburgse Durbuy van de troon. Durbuy is met zijn 400 inwoners in de eigenlijke kern natuurlijk nog altijd klein maar met de deelgemeentes erbij is het bewonersaantal van 11.000 inwoners toch 11 keer meer dan de luttele 1.000 die Mesen telt. Mesen is hier dus de winnaar.

Het kleine Mesen, geprankt tussen enkele getuigenheuvels en Frankrijk, ligt in het uiterst zuidelijke puntje van de Westhoek; pal op de taalgrens. Het is dan ook niet vreemd om met een Franse tongval of zelfs in het Frans een goedendag toegeworpen te krijgen.

Wij maakten al verschillende wandelingen in en rond Mesen, maar nog nooit gingen we in Mesen wandelen om Mesen zelf te leren kennen. Met het afstappen van de standswandeling van 3,5 km (hier gevonden op de site van Westtoer) maakten we dit goed ;-).


Klinknagels to the rescue

Ondanks het feit dat de man des huizes (aka de papa, aka de steun en toeverlaat om steeds onbezorgd de juiste weg in te slaan) niet mee was, vonden we perfect welk paadje of welke steeg we in moesten. Geen gesukkel met kaart, nee, we werden – tot onze grote opluchting – gewoon geleid door de blinkende klinknagels in de grond. Lekker makkelijk dus. Volledig stressloos en perfect te doen voor zij die – zoals wij – geen ingebouwd noorden in het hoofd hebben.


Kerstbestand

Waar anders dan op de markt van de stad kan deze wandeling beter beginnen. Als een magneet werden we daar onmiddellijk aangetrokken door twee indrukwekkende beelden, eentje van een Duitse soldaat en een van een Britse soldaat, die het kerstbestand van 1914 herdenken. Indrukwekkende beelden. De Groote Oorlog zorgde ook in dit deeltje van de Westhoek voor enkele gruwelijke hoofdstukken in de geschiedenis ervan.

Dit beeld zette ineens de toon voor deze verkenningstocht.

 


‘Dikkop’

Via de ‘dikkop’ van Mesen, gingen we richting de velden rond de dorpskern. En nee, het gaat hier niet om een local die gezegend is met een hoofd met een ietwat buitensporige omvang (alsof we dat zouden durven vermelden 😉 ) maar wel om de 11de eeuwse Sint-Niklaaskerk. Als je naar de unieke vorm van de toren kijkt, zal je wel begrijpen waar deze kerk haar bijnaam ‘dikkop’ vandaan haalt 😉 .

 


Modder

Op naar de velden dus. Mesen is zo een stad waar de velden letterlijk bij het laatste huis van de dorpskom beginnen. En dat je daar de velden ingaat, kan je letterlijk nemen. De paadjes kunnen best wel drassig zijn. Maar een paar grote of kleine plassen en bijhorende modderpoelen, daar draaien we ondertussen onze …euch… voeten niet meer voor om. Al moet het gezegd: we hadden ons er misschien – weeral – vestimentair wel beter op kunnen voorzien.

 


Op de toppen van de tenen

Allemaal niet erg of onoverkomelijk natuurlijk. En het zicht deed ons instant al ons geploeter vergeten. Net toen wij er waren, hadden we de herfstzon pal op onze snoet. Ronduit prachtig. Je moet je momenten goed kiezen, nietwaar. Zeker dit alles in combinatie met het zicht op de vreemd aandoende 30 meter hoge ronde herdenkingstoren van het Ierse vredespark.

Yup, een ronde toren. Best wel ongewoon.

En yup, een monument voor de gesneuvelde Ieren. Bij de slag om Mesen vochten protestantse en Katholieke Ieren namelijk zij aan zij voor de verovering van Mesen.

Maar hoe prachtig Ierland ook is, het is al zo lang een land waar de verschillende politieke of religieuze overtuigingen vaker op de toppen van hun tenen lopen dan dat alles ‘peis en vree’ is.

 

Door deze spanningen en tegenstellingen die altijd wel ergens in de lucht hangen, duurde het overal wel heel erg lang vooraleer de Ierse gesneuvelden überhaupt een memorial kregen. Dit vredespark in Mesen kwam er – na veel twisten over onder andere ‘wie gaat dit betalen‘ – uiteindelijk ook pas in 1998 ! En nee, het was niet omdat de verschillende groepen toen uiteindelijk wel dikke vriendjes zouden geworden waren. Neenee, de verschillende groepen kregen netjes een eigen afzonderlijke gedenksteen en er werd gezocht naar een manier om geen enkele groep tegen de borst te stoten. Vandaar dat teruggegrepen werd naar een oud Ierse bouwwerk dat nog dateert van de tijd dat de Kelten gezamenlijk vochten tegen de Vikingen; een ronde Ierse verdedigingstoren uit de tijd dat er nog geen sprake was van verdeeldheid op het Ierse eiland. Soit, het heeft dan bloed, zweet en tranen gekost maar het Ierse Vredespark is er uiteindelijk wel gekomen en daar zijn we blij om want het is een mooi ingetogen plekje.

 


Van Ierland naar Nieuw Zeeland

Eenmaal het vredespark doorlopen, vonden we achter de toren enkele van die typische valpoortjes die aangeven dat je een zone binnengaat waar mogelijks ook dieren rondlopen. Je weet wel, het zijn van die afhangende poortjes die met een flinke knal dichtvallen. Gezien het geluid dat we – ongewilde dus – maakten hebben we geen enkel dier gezien. Hier liepen we een heel klein stukje op de Via Sacra Western Front Way, je weet wel, het 1000 km lange wandelpad over de Westelijke frontlijn van Nieuwpoort tot de Frans-Zwitserse grens.

Over de houten paden liepen we richting het Messines Ridge (New Zealand) Memorial. Van Ierland naar Nieuw Zeeland dus. Mijlenver uiteen maar toch vochten deze soldaten min of meer zij aan zij voor dezelfde zaak, onze vrijheid. Het blijft ongelofelijk hoe soldaten hun eigen haard verlieten om in vreemde modder voor de vrijheid van anderen te vechten. Onwaarschijnlijk toch.

 

In het laatste stukje van de wandeling liepen we terug naar de markt. Kijk zeker eens naar links want aan de horizon zie je ongetwijfeld de Kemmelberg. Wist je trouwens dat deze getuigenheuvel ontstaan is uit een zandbank want jawel, ooit kwam de Noordzee tot daar (al had de Noordzee toen nog een andere naam) én met zijn 156 meter het hoogste punt van de provincie. Schone afsluiter toch!

 


 Combineren of niet?

Deze kortere wandeling was voor ons een perfecte avondwandeling.

Maar je kan die natuurlijk ook op een andere moment van de dag doen en deze dan combineren met een bezoekje aan een van de vele plekjes in de wijde omgeving want die zijn er meer dan genoeg. Je kan bijvoorbeeld naar Ploegsteert of naar Heuvelland ; ook Lijssenthoek of de Palingbeek zijn altijd een bezoekje waard.

Nog een laatste tip? Neem af en toe eens een herfstbingo mee voor de kinderen. Het is eens iets anders 😉

 

 

 

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: