Waarom een weekendje met tieners in Ronse de max is!
Zot zijn doet in Ronse geen zeer
Ronse, oftewel de stad van de zotten.
En nee, in de parel van de Vlaamse Ardennen is dit geen scheldwoord, laat staan iets negatiefs, integendeel. In Ronse zijn ze graag zot. Meer nog, een Ronsenaar blinkt van trots als hij er op gewezen wordt. Zot zijn doet – gelukkig – geen zeer. Daarom ook waarschijnlijk dat het allereerste carnaval van het jaar in Ronse is. In januari al, begot. Goed zot dus. Kan het nog zotter? Jawel, ze hebben zelfs als patroonheilige, Hermes, de beschermer van geestesziektes. En om het af te maken, houden ze wel van om de stevige hellingen van de getuigeheuvels zoals de Kanarieberg, de Hotond of de muziekberg keer op keer terug op te fietsen. Stevig zot dus.
Klinkt boeiend, toch. Tijd om daar eens het fijne van de weten.
Weekendje tienerplezier in de Vlaamse Ardennen
Vorig weekend trokken we dus richting Ronse.
Correctie; we gingen er ‘nog’ eens naartoe. Toen de deuren van musea, café’s of restaurants nog hermetisch dicht bleven – je weet wel Corona en zo – dwaalden wij door de straten van de stad om er te genieten van de fascinerende art decogevels. Je moet hier maar eens kijken. In een ver verleden (lees: de begindagen van de blog), gingen we trouwens ook al eens naar het Muziekbos.
In de 48 uur vorig weekend dat we in Ronse verbleven, wilden we wel eens dieper graven in de échte ziel van de stad. Hoe kan het ook beter dan aan de hand van lokale gidsen die ons zouden overspoelen met de leuke anekdotes of fijne weetjes over de stad, haar inwoners en haar geschiedenis.
Zo gezegd, zo gedaan!
Dag 1 in Ronse
Met de gids op bedevaart (grapje)
Plaats van afspraak voor onze eerste gidsbeurt was de Hoge Mote waar hadden afgesproken met stadsgids Thomas. Hij nam ons in zijn kielzog doorheen de stegen en straten van Ronse en liet ons omhoog en omlaag kijken om te zien wat we anders misschien wel nooit zouden gezien hebben.
We doken eerst in het textielverleden van de stad. Het werd een verhaal van rijk tegenover arm, macht tegenover onmacht, van de gloriedagen maar ook van uitbuiting, verval, de vlucht naar Nice en de actuele reconversies in de stad.
We hoorden ook voor het eerst over het fenomeen van de Fiertelbedevaart. De wie? De Wat? Begrijpelijke vraag voor een buitenstaander maar neem de Fiertel van de Ronsenaar af en ze schreeuwen zeer zeker moord en brand.
Even een zijsprongetje dus voor dit typisch fenomeen uit Ronse.

In Ronse was er zoiets als ‘de Vrijheid’: een stukje stad binnen de stad waar de Kanunnik (zeg maar een priester met geld) het voor het zeggen had. Enkel buitenstaanders konden in deze Vrijheid komen om daar – mits de nodige giften richting de Kanunnik – van de bescherming van de patroonheilige Hermes te genieten. Dit privilege was helaas niet weggelegd voor de Ronsenaren zelf. Zij vonden dat niet eerlijk en inventief als ze waren, zochten én vonden ze een oplossing: Als zij niet rond Hermes konden gaan bidden, dan moest Hermes maar rond hen gaan.
En zo was de Fiertelommegang van 32 km een feit. Zeker sinds de 11de eeuw gaat het schrijn van Hermes dus elk jaar uit de basiliek en wordt die op de stevige schouders van de uitverkorenen rond de stad gedragen, als bescherming voor de Ronsenaren. In Ronse zijn ze dus niet alleen zot maar ook rebels! Yes!
Als je goed kijkt, zie je de Fiertel of Hermes overal; maar echt o-ver-al. Op banners, op flesjes bier, op het raam van cafétjes, zelfs het wapenschild van de stad is de tweekoppige arend die Hermes als medaille op zijn mantel gehad zou hebben. Kortom, met Hermes en de Fiertel wordt in Ronse niet gelachen.
Met al deze informatie op zak, keken we ineens toch met heel andere ogen naar stad. Wij waren in elk geval fan van Thomas de stadsgids die de twee uur heeft om doen vliegen!
***
Hoge mote – Ronse kort samengevat
De stadswandeling begon en eindigde bij de Hoge Mote waar ook de toeristische dienst zit. Dat vinden we vaak heel interessant want eigenlijk is zo een toeristisch kantoor één groot reclamebord voor een stad en zie je altijd die zaken waar de stad bijzonder trots op is. Het is dus een gebalde samenvatting van wat de stad te bieden heeft.
Foldertje nodig? Ideetje nodig om de stad en de omgeving beter te leren kennen? Het is in de Hoge Mote dat je moet zijn. We gingen dus niet met lege handen naar buiten.
De gebouwen zelf hebben trouwens ook al een hele geschiedenis achter de rug. Van verdedigingsbastion, over woning van het kapittel, over textielfabriek tot de Toeristische dienst en van de stad. Op één van de torens hadden we zelfs een uitzicht over de stad en de omliggende heuvels, altijd leuk!
***
Ronse by night
Het leek een goed idee om Ronse ook eens bij valavond te verkennen. We kozen voor een wandeling van een kleine 5 km langs het oude mijnwerkerspad. De gids kende gelukkig de weg als haar broekzak en bracht ons, in het kader van de nacht van de duisternis, bij wat lichtvervuiling eigenlijk is. Het leek ons een goed idee… tot we (lees, de mama ) goed en wel besefte dat het na valavond op het mijnwerkerspad stikdonker is en we geen helden in het donker zijn; absoluut niet zelfs. Moet het gezegd, er was er eentje blij dat we aan het prachtig gerestaureerde seinhuisje beslisten om de terugweg langs de verlichte wegen te vervolgen.
Maar mission accomplished; dat is zeker. De gids heeft ons wel degelijk bewust doen nadenken over het gebruik van licht, en onze overige zintuigen doen prikkelen.
En dat mijnwerkerspad? Dat heeft ook nog een mooi verhaal. Want, eerlijk gezegd is het toch vreemd dat Ronse, zonder noemenswaardige rivier, een belangrijke textielstad was. Ronse moet dus iets aan de industriëlen te bieden hebben gehad waardoor zij hun fabrieken in Gent verlieten en richting Ronse trokken. Het antwoord ligt voor de hand: het was steenkool die hen over de streep trok. De opkomende stoommachine hadden steenkool nodig en die kwam uit de Borinage. En waar liep de spoorweg die de steenkool vanuit de Borinage naar Gent bracht? Inderdaad, via Ronse. En de rest is natuurlijk geschiedenis geworden. De sporen liggen er niet meer, maar de plaats waar de sporen lagen, is nu getransformeerd in een fietspad.
De textiel fabrieken vond je vroeger in allerlei maten. In de gloriedagen van de textiel telde Ronse niet minder dan 600 ateliers; dus ook veel huisateliers. Telkens je in de stad een sheddak ziet, kan je er prat op gaan dat daar een atelier in stak. Good to know…
*
* *
Dag 2 in Ronse
Kuitenbijters om u tegen te zeggen
Ronse ligt in de prachtige Vlaamse Ardennen. We konden dan ook niet anders dan die idyllische natuur in te trekken.
Door het grote aanbod van fiets- of wandelroutes was het niet eenvoudig om een keuze hierin te maken. Maar om een beetje in het thema van Ronse te blijven, kozen we er de Hermesfietsroute uit. Deze route van om en bij de 40km volgt grotendeels de fiertelommegang. (Jawel, jawel, hier heb je hem terug, den Hermes.)
Geen haar op ons hoofd dat er aan dacht dat de aangekondigde kuitenbijters, écht pijn zouden doen. Amai… Laat ons zeggen dat we hier en daar een stukje helling te voet gedaan hebben. Maar dat ligt waarschijnlijk meer aan onze conditie (want de jeugd vloog de helling wél op) dan aan het stijgingspercentage van de hellingen van de getuigenheuvels. Of je de route al dan niet volledig fietst, doet er eigenlijk niet toe. Op eender welke plek, is het puur genieten. Van de rust, van het uitzicht, van de bossen,…
***
Ontspannen op de smaakroute
Na de inspanning, volgt de ontspanning. Wat deed het deugd om na de stevige fietstocht een terrasje op te zoeken.
In de Hoge Mote hadden we de Smaakkaart 2.0 aangeschaft en kregen we onmiddellijk al een eerste versnapering, een portie ‘buunties’, een typisch Ronses aperitiefhapje van gepofte erwten. Hoe het smaakt, dan zal je zelf eens moeten proeven 😉 .
De Smaakkaart doet wel een beetje denken aan een kroegentocht: een typisch aperitiefje hier, een lokaal gebrouwen pintje in het volgend café, een zoutig of zoet hapje in het volgende. Het passeerde allemaal de revue. Leuke formule, wij zijn fan ! En nee, geen nood, alle cafétjes liggen bij elkaar in de buurt, dus deze keer moesten we dus geen kilometers stappen.
***
Afsluiten in Het Must
Voor onze laatste afspraak trokken we terug richting de Hoge Mote om daar een bezoekje te brengen aan het Must, het Museum voor Textiel.
En echt waar, het Must is een must 😉; zo simpel is het.
Je springt wel niet à l’improviste binnen in het Must. Enkel op vaste tijdstippen én met een gids kan je binnen en dat is eigenlijk niet abnormaal: Het Must heeft namelijk een prachtige verzameling oude en al wat nieuwere weefgetouwen staan. De weefgetouwen staan niet achter plexiglas. Integendeel, we stonden letterlijk naast . Maar dat is niet het belangrijkste, de machines werken nog én de gids laat ze dan ook draaien waar je bij staat. Fantastisch toch! Logisch dus dat ze met een gegidst bezoek willen voorkomen dat grijpgrage handjes tussen de machines zouden geraken. En de gids, die was opnieuw een aanwinst. Zij plaatste elke machine in de tijdsgeest van toen, maar ook hoe het landschap veranderde met elke nieuwe machine die in het leven geroepen werd. Zeker een aanrader!
Hoe vonden we Ronse ?
Kenden we Ronse al voor ons bezoek? Bwa, enkel een heel beetje zo bleek na dit weekend. We kenden in feite enkel de art deco huizen van de stad (en dat vonden we al dik ok!).
In het 48uren-bad van Ronse leerden we de stad pas echt goed kennen. Door alle verhalen, anekdotes, legendes en gebruiken te horen, kregen we een blik op de ziel van de Ronsenaar.
Ronse is textiel, Ronse is koers, Ronse is de parel van de Vlaamse Ardennen; Ronse is Vlaams met een vleugje Waals omdat het moet. En de Ronsenaar? Die is niet alleen warm, hartelijk en ook wel wat zot, maar die is vooral bijzonder (en terecht) trots om Ronsenaar te zijn.
Praktische ditjes en datjes voor een weekendje Ronse
Overnachten
Wij waagden ons voor het eerst aan Glamping en trokken hiervoor naar de Ijsmolenhoeve. (Pas op, het is niet omdat de hoeve Ijsmolen noemt, dat er ijs gedraaid wordt. De Ijs verwijst gewoon naar het riviertje dat er loopt. Maar dit geheel ter zijde.)
We gingen dus glampen.
Zijn we kampeerders? Hell no… met geen stokken krijg je ons in een tent of op een camping. We zijn geen luxepaardjes maar we zijn niet vies van enig comfort in de vorm van een stevig bed, goede dekens en een deftig eigen sanitair. Gouden kranen en een butler hoeft dan ook weer niet 😉 .
Dus nee, geen tent. Maar misschien zou kamperen met een zekere comfort wel iets voor ons zijn. Zo een grote stevige tent mét stevige goede bedden en een eigen deftig sanitair; dat wilden we wel eens een kans geven.
Wij dus naar de IJsmolenhoeve aan de voet van de Kanarieberg.
Toegegeven, het zag er best wel knap en gezellig uit. Helaas was het na het invallen van de nacht toch wat aan de koude kant (oktober he), maar niets wat een extra donske niet kon oplossen. Opstaan ’s morgens was dan wel weer eventjes moeilijker. Toch iets om volgende keer nog eens te proberen…
***
Ontbijt
En opstaan moesten we zeker! Op ons terras stond namelijk een meer dan uitgebreid ontbijt op ons te wachten. Bij het ontbijt gewoon de voeten onder tafel steken, dat is misschien wel het meest gegeerde moment van een weekendje weg. Wie zegt dat het niet waar is, die moet toch nog eens beter nadenken 😉. Wil je ook eens zo een ontbijt, dan moet je eens aankloppen bij Hotel Remington.
***
Fietsen
We vonden onze fietsen bij Fietsen Descamps. Zelf vijf fietsen op onze auto vastbinden was onbegonnen werk, dus het was best gemakkelijk om de fietsen ter plekke te kunnen verkrijgen.
Wil je meer info, dan moet je eens een kijkje nemen op de website van Toerisme Ronse.
TOPTIPS samengebald:
- Aarzel niet om een gids te boeken! (vindt alles op de site van Visit Ronse)
- Waag je aan glamping met zicht op de getuigenheuvels van de Vlaamse Ardennen.
- Ga op zoek naar de twee Sint Martinuskerken (jawel, er zijn er twee; zot hé)
- Bezoek de crypte onder de Basiliek (hiervoor nog heel eventjes wachten want die is nu in restauratie)
- Zoek naar de publieke kunst in de straten: gratis vertier! De Belleman, Nel van Rik Wouters (Huiselijke Zorgen), de Zottenmuur, de dansende stenen, de Buuntie, en natuurlijk de tweekoppige adelaar
- Voor gratis kunst kan je bij gelegenheid in het cc De Ververij terecht (prachtige site trouwens)
- Spoor zeker eens de kunstwerken van Picturale op
- Kijk omhoog, kijk omlaag, links en rechts en je vindt gegarandeerd prachtige details
- Neem de fiets mee of ga te voet op verkenning in de bossen (er staat in het Muziekbos trouwens een Geuzentoren); zeker nu met de herfst geeft dat een schouwspel aan kleuren
*Voor dit artikel werden we door Toerisme Ronse gevraagd om eens hun stad te gaan verkennen.
Wij deden dit met alle plezier maar wel steeds onder de voorwaarde dat we enkel datgene zouden doen wat wij leuk vinden én dat we eerlijk mochten zijn.
Wij willen enkel authentieke reviews geven waarbij we oprecht jullie kunnen warm maken om ook leuke dingen te ontdekken.
We willen immers jullie kostbare tijd niet verkwisten door oneerlijke reviews te geven 😉 .
Dus als we zeggen dat het goed is, is het écht wel goed! Bedankt Toerisme Ronse en alle partners!
Cool, behalve het beetje koeltjes hebben tijdens het glamping.
Haha, helemaal juist!