FOERT
Wat moet het fijn zijn om foert te zeggen aan alle verwachtingen van de maatschappij en enkel te kunnen doen waar jezelf zin in hebt. Dit alles met als kers op de taart het laten meegenieten door je medemens en hen blij tot zelfs euforisch te maken. Of om het met de woorden van de verzamelaar te zeggen: een kunstenaar heeft nooit een werk voor de verzamelaar alleen gemaakt.
Over wie anders dan Geert Verbeke kunnen we het hier hebben. Het echtpaar Verbeke-Lens is in Europa een van de vooraanstaande kunstverzamelaars in hun genre. In 2007 werd hun geesteskind geboren, Verbeke Foundation, en daar gingen wij naar toe.
Een collectie van een verzamelaar die zichzelf omschrijft als een mengeling van anarchist, dadaïst en surrealist kan niet slecht zijn!
Collages
Wat ooit begonnen is met één enkele collage, is nu uitgegroeid tot een ‘pretpark van moderne kunst‘.
2007 was voor de verzamelaars een kantelpunt. Hun bloeiend transportbedrijf werd van de hand gedaan om zich enkel nog te kunnen concentreren op hun passie, de Kunst.
Meteen werd de perfecte beslissing genomen om hun collectie te etaleren in de leeggekomen gebouwen van de vroegere transportonderneming. Dit past meteen in hun filosofie dat het ridicuul en eigenlijk onverantwoord is om iets nieuws te bouwen als er al zoveel leeg staat. Niet alleen in de oude loodsen van niet minder dan 20.000 m² staat kunst maar ook in de achterliggende natuur van niet minder dan 12ha. Cultuur, natuur en ecologie gaan hier perfect samen. En zo langzamerhand neemt de natuur het buiten over.
Verwondering van het eerste moment
Het is misschien een beetje moeilijk om de locatie te vinden. Op geen enkel moment hebben we langs de weg een bordje zien staan die ons naar de Foundation leidde. Eenmaal voor de ingang ben je zelfs nog niet zeker of je wel op de juiste plek bent aangekomen. Vol vertwijfeling stonden we daar en vroegen we ons af of we echt wel op de kiezeltjes door de werken mochten rijden. Je verwacht geen roestige trein of een groot iconische M van McDonalds of enkele opeengestapelde containers aan de ingang van een museum.
En toch is dit de bedoeling. Van een binnenkomer gesproken. Deze eerste verrassing gepasseerd, volgde ineens een volgende toen we de oude (voor ons herkenbare maar voor de jeugd volslagen abstract) parkeermeters op de parking zagen. Meteen konden we de kinderen uitleggen wat die rode dingen waren en hoe wij die in een ‘ver verleden’ moesten gebruiken.
Fantasiewereld
Eenmaal door de eerste container richting kassa gewandeld wisten we het zeker, dit was geen museum als een ander, hier kwamen we binnen in een fantasiewereld, een wereld waar niets te zot zou zijn. Zonder het af te spreken, wisten we meteen dat we hier wel eventjes met plezier en vol verwondering zouden vertoeven.
De site is dus nog lang niet af. Niet alleen is de verzamelhonger van het echtpaar duidelijk nog niet gestild (alsof dat ooit kan), maar er is ook ruimte voor jonge artiesten om ook te doen waar zij zin in hebben. Zij verblijven als het ware in een vrijhaven waar zij kunnen doen en laten wat zij voor ogen hebben zolang er maar kunst uit voortkomt.
De site mag dan ook nooit af geraken. Het verroeste staal, de afbladderende verf, de smalle paadjes in het groen waar je moet doorgaan om van het ene naar het andere werk te gaan, …het maakt dat Verbeke Foundation zo anders is dan een andere cleane verzameling. Niet alleen kunst met een hoekje af maar ook duidelijk een locatie met een serieuze hoek af. Top.
Wat is er nu te zien?
Op de vraag ‘wat kan je er nu eigenlijk zien‘, kunnen we nooit volledig zijn en dat hoeft ook niet.
Enerzijds is er de gigantische collectie collages. Wat ooit begon met één enkele collega is nu uitgegroeid tot een collectie om U tegen te zeggen. Draai of keer het hoe je ook wil, maar het onverwacht combineren van datgene wat eigenlijk niet samen hoort, zet de kijker aan het denken. Een beetje kritisch denken kan nooit kwaad maar vooral open minded en onbevooroordeeld zijn. Ideaal dus om met kinderen en tieners naar toe te gaan.
Onze ontdekking van de collectie begon met de collages maar ook met werken van Jan Fabre (Ik spuw op mijn graf) of van Starken en Schotel (the meaning of flies – je moet maar eens zien). Het ene werk deed al meer de wenkbrauwen fronsen dan het andere maar allen zijn ze even fascinerend.
In de serre volgde opnieuw de ene verwondering na de andere: de earthcar van Peter de Cupere of de Generic Chicken van Koen Vanmechelen en zo kunnen we doorgaan.
En toen moesten we de grotere werken buiten in de natuur nog ontdekken. Het werd een ware onderdompeling in de moderne kunstervaringen. Om te weten of iets cool is, moet je eigenlijk maar naar de kinderen kijken. Als stuiterende konijnen renden zij letterlijk van het ene werk naar het andere om telkens weer stil te staan bij het volgend werk waarna hele gesprekken ontsponnen over hoe iets gemaakt werd of over de zin en het verhaal die de kunstenaar aan zijn werk gegeven had. Fenomenaal goed. Gaande van de gekende oranje reddingsloepen tot de Cas-anus over een kunstwerk vol verkeersborden of een meter autostrade tot een cisterziënzerker tot The White House. Of wat dacht je van een oplegger met de restanten van een vernietigd huis uit Aleppo.
En het bijzondere aan dit alles, aan deze werken mag – moet je zelfs komen. Altijd leuk voor de kinderen.
Eigenlijk heeft het geen zin om te proberen op te sommen wat je er te zien krijgt. Je moet gewoon zelf gaan kijken.
Wat vonden wij ervan?
In enkele woorden: Top, fascinerend, inspirerend.
En de kinderen? Wel als de één vol verwondering zegt dat hij zijn vriendjes gaat aanraden om ook eens naar de Foundation te gaan en de andere spontaan zegt dat het is alsof de kunst met 500 km/u steeds weer op te af komt (positief bedoeld) dan moeten wij hier geen woorden meer aan toevoegen.