Verrassend Diest !

Verrassend Diest !


Hoe Diest ons verraste*!

Of we ons niet eens wilden laten verrassen door Diest , aka, de stad van ‘de Mosterdschijters’**? Tuurlijk! Laat dit nu het liefste zijn wat we doen, een nieuwe plek leren kennen door er ons in onder te dompelen. Natuurlijk kenden we Diest al van naam (en eerlijk: natuurlijk ook van het grapje ‘zeg eens tien keer snel na elkaar ‘Ik loop in Diest rond’). Maar het werd inderdaad tijd om eens te gaan kijken wat Diest allemaal te bieden heeft. En we verklappen het meteen, dat was heel wat !


Het reisplezier begint met de voorbereiding

We zochten meteen uit wat we zouden kunnen gaan doen. De – heel behulpzame – Toeristische Dienst van de stad werd gecontacteerd en het internet werd afgespeurd. Lekker makkelijk allemaal. Zoals we het graag hebben, vonden we een perfecte combinatie tussen cultuur, natuur en avontuur. We zouden beginnen met een bezoekje aan het stadsmuseum ‘De Hofstadt’, aangevuld door een stadswandeling langs de hotspots van Diest. Het avontuur zouden we ongetwijfeld vinden in het gigantisch aanbod van de Halve Maan. En voor het stukje natuur, daarvoor zouden we ook niet ver moeten gaan. We hadden ons oog laten vallen op de indrukwekkende vestingen.

We maakten er ineens een tweedaagse Diest van. Elk excuus is goed om er even wat langer op uit te trekken.

We vertrokken met veel ‘goesting’ zoals we bij ons in West-Vlaanderen zeggen 😉.


Cultuur bij de vleet – wandelen door de geschiedenis

Onze eerste stop was het stadsmuseum De Hofstadt. Dit klein (en gratis) museum op de markt van Diest stopte ons meteen in het spreekwoordelijk bad van de geschiedenis van de stad. Geen betere plek om te starten, nietwaar? Zo vernamen we er dat Diest een bijzondere band heeft met het Nederlands koningshuis. De Nederlandse koning draagt niet voor niets op vandaag nog steeds de titel ‘Baron van Diest’. En dat komt allemaal door Filips Willem, Prins van Oranje, die vol was van deze stad. Zo erg zelfs dat hij er begraven wilde worden. We durven te wedden dat je dit nog niet wist!

Zo de toon was gezet. Diest is duidelijk een stad met een bijzondere geschiedenis en daar houden wij wel van. Om nog wat dieper te graven in de geschiedenis van de stad, kozen we voor de wandeling ‘Van Begijnhof tot mosterpot’. Deze wandeling van om en bij de 7 km leidde ons kriskras door de straten en steegjes van het historische centrum van Diest. De oo’s en aa’s vlogen uit onze mond. Dit was totaal niet wat we verwacht hadden, dit was zoveel meer en zoveel beter. Het stadscentrum lijkt bij momenten een openluchtmuseum: van prachtige oude gevels, kerken en kapellen, standbeelden van Cleynaert of een Dulle Griet, over oude brouwerijen, naar de rust van het idyllische begijnhof of bovenop de citadel. En natuurlijk genoten we ook van de nieuwe houten wandelpaden langs en over de Demer. Water in een stad is altijd leuk en bijzonder. #welike

Wist je trouwens dat het zwembad van Diest (waar we ook passeerden op de wandeling) eigenlijk het Chocolade Jâcques paviljoen is van destijds op de wereldtentoonstelling van ‘58? Zalig weetje, toch? *kwijlkwijl*


Graffiti op een verrassende plaats

In de Toeristische Dienst van de stad sprongen we ook eens binnen en daar kregen we de raad om zeker ook de elektriciteitskastjes in de gaten te houden. Best een vreemd advies dat we ter harte namen. En wat bleek? In plaats van de saaie grijze kleur, werden een 25-tal kastjes verspreid over het centrum heel leuk versierd met graffiti. Tijdens onze erfgoedwandeling kwamen we er al heel wat tegen. Wil je ze allemaal zien, moet je de Tour Elentriek volgen.


Op naar het avontuur en natuur

Met aangevulde energiereserves kon ons stukje avontuur beginnen. Niet moeilijk om hier de ideale plek voor te vinden. Diest is verwend door het Provinciedomein ‘Halve Maan’. Wat een aanbod! Niet te doen. Wij kozen alvast een partijtje minigolf en trotseerden het pas aangelegde lage gigantische touwenparcours. Daar waren we al een tijdje zoet mee. Maar je kan hier perfect een hele dag blijven. Talrijke speelpleinen in alle vormen en maten, een hoog touwenparcours, bootje varen, een waterpartij waar je in kan ravotten, het is er allemaal. En in de zomer kan je natuurlijk ook kiezen voor het openluchtzwembad. Is het er toch wat te druk, dan kan je de rust opzoeken in het prachtige natuurgebied van de Webbekoms Broek. Je ziet het, Diest is echt verwend met zo een plek!

Wij zochten die rust op tijdens een zalig wandeling op de stadswallen. Moet je zeker eens doen als je houdt van natuur met een hoekje af. We wandelden namelijk tussen, over en onder de oude stadsmuren en zochten bij de Schaffense Poort en de Saspoort de restanten van deze vestigingsmuren op. Natuur met een stukje urbex oftewel een plekje waar de natuur het stilaan terug overneemt. Altijd mooi om te zien. Die vesten zijn eigenlijk nog niet zo extreem oud. Zij dateren namelijk van kort na de onafhankelijkheid van ons land. Diest werd in die tijd naar voor geschoven als strategische plek dat dus via dit ingenieus stukje militaire architectuur verdedigd moest worden. De wallen, stadspoorten, verdedigingsgrachten, de citadel en zelfs een fort (Fort Napoleon) getuigen tot op vandaag nog steeds van deze belangrijke periode.


Gaan of niet gaan?

Dus, is Diest een onbekende voor jou? Breng daar dan maar snel verandering in. Je zal zonder enige twijfel, net als wij, verrast zijn door de rijke geschiedenis van deze oranjestad. Maar Diest is niet alleen geschiedenis maar ook prachtige natuur en een overvloed aan ontspanning. Voor elk wat wils dus. We zijn alvast plannen aan het maken om nog eens richting Diest te trekken. Dan plannen we zeker nog eens een afvaart van de Demer naar Zichem.

***

*dit artikel maakten we voor het zomermagazine van Riebedebie.be, de Vlaamse Koepel voor Attracties en Musea.
We waren er in april …. en in april werden we verwend met échte aprilse grillen (lees: sneeuwbuien …for real… ). De volgende dag werden we verwarmd door een zalig zonnetje… Die aprilse grillen zie je uiteraard ook in de foto’s.

** Diest is de stad van ‘de Mosterdschijters’… de wat?? Inderdaad, de Mosterdschijters. Deze naam hebben ze te danken aan het beiaardtorentje van de Sint Sulpitiuskerk. De vorm ervan zou doen denken aan een mosterdpotje…

Geef een reactie

Ontdek meer van

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder