Brugge – die zo schone !

BRUGGE DIE SKONE

Tot onze scha en schande moeten we vaststellen dat we Brugge nog niet veel bezocht hebben (#sorrysosorry). De keren dat we er als kind zelf in ronddwaalden, zijn lang niet op 2 handen te tellen. Waarschijnlijk meteen de reden waarom we de schoonheid van het Venetië van het Noorden misschien als iets te vanzelfsprekend nemen.

Tijd dus om hier nog eens verandering in te brengen en de stad opnieuw te gaan verkennen en waarderen.

We kozen er meteen een klepper uit, het Gruuthusemuseum!

Het valt niet te ontkennen, de geschiedenis van Brugge is er een om U tegen te zeggen. Recent gingen we nog naar het Historium.


De heren van Gruuthuse

En laat er nu net een nieuw museum in Brugge zijn; allé nieuw is het niet echt maar het is toch vol-le-dig vernieuwd, en hoe !

Naast de Onze-Lieve-Vrouwekerk heropende het Gruuthusemuseum haar deuren. Wij trokken er dus met veel verwachtingen naar toe.

Wat een dag om naar Brugge te trekken…

Kanttekening: we gingen op OLH-hemelvaart. Leek ons een goed en strak plan.

Eenmaal in Brugge beseften we dat we iets heel belangrijks over het hoofd hadden gezien. Nu, wie Brugge en zijn niet onbelangrijke folklore kent, zal het wel begrijpen. Inderdaad, nét op dit dag maakt de Heilige Bloedprocessie haar opwachting in de straten van Brugge. Elk jaar opnieuw ! Jaar na jaar ! En net dat waren we vergeten …

Maar op zich is dat niet erg. Integendeel, wisten we onmiddellijk al wat we bij het buitenkomen van het museum zouden doen.

Veel anders kan je die dag tussen 14u30 en 16u30 eigenlijk ook niet doen. Alle musea in de stad zijn – logisch ook – potdicht.


Wat een warme ontvangst

Op naar het museum dus.

Tip: Vergeet het om in een stad ergens langs de weg een parkeerplaats te vinden. Of je bent zwaar geboren voor het geluk en vindt overal steevast de ideale parkingspot, of je rijdt steevast tientallen minuten tevergeefs rond. Aangezien we het lot niet willen tarten, en onze tijd liever buiten de wagen spenderen dan om een parkeerplaats te zoeken,  zijn de Vinci’s, de Interparkings, de Q-parks en co overal onze beste vrienden. #our5c

De auto ging dus onder de grond aan ’t Zand.
Het voordeel aan deze parking merk je onmiddellijk boven de grond, je staat namelijk pal in het centrum, met zicht op de uitnodigende kleine smalle pittoreske straatjes.

Eenmaal de OLV-kerk gepasseerd, konden we niet naast de ingang van het museum heen. Het paviljoen waar je nu je ticketje moet kopen, mag dan wel bijzonder modern zijn, het past wonder boven worden perfect met het neo-gothische stadspaleis van de Heren van Gruuthuse, je weet wel… die uit de tijd van de Bourgondiërs (thx to Bart Van Loo om die voor ons beter te plaatsen).

Het moet gezegd; we werden écht bijzonder hartelijk onthaald, wat heel leuk is als je toch wel enkele uren in het museum zal doorbrengen. De toon was gezet.

Via de zonovergoten binnenplaats liepen we naar de échte ingang van het paleis. Meteen werden we met de leuze van de oude bewoners van de patriciërswoning om de oren geslagen: ‘plus est en vous’; ‘meer is in u’ oftewel, haal ook voor jezelf het onderste uit de kan. En dat zullen we geweten hebben.

Een vriendelijke medewerker overhandigde ons in de inkomhal een audiogids. Wie ons kent, weet dat hiermee extra punten gescoord worden.


Lodewijk van Gruuthuse

In de eerste zaal hebben we een eerste ontmoeting met de heer des huizes, met Lodewijk van Gruuthuse. De wie-vraag, wat-vraag en de hoe-komt-hij-aan-zijn-geld-vraag worden hier beantwoord.; beetje snollen in de man zijn leven dus 😉 .

Na deze ruimte wordt het verhaal van Lodewijk opgenomen in het groter verhaal van het middeleeuws Brugge van onder andere de grote Keizer Karel V.

En je ogen krijgen er de kost. Prachtige wandtapijten van Brugse makelij, verfijnde gotische zandstenen sculpturen, houtsnijwerk om u tegen te zeggen, het o zo bekende Brugse kantwerk enzovoort enzoverder.

Doolhof

De bijna 20 ruimtes volgen elkaar mooi op. Al denk je nu en dan wel eens ‘waar zitten we nu ergens in het paleis’. Via een trapje hier, een kamertje daar en een draaitrapje meer of minder, kom je uiteindelijk ook op een heel uniek plekje: de unieke houten bidkapel van waaruit je rechtstreeks in de OLV-kerk kan turen. Lekker spannend moet dat geweest zijn.

En waar je zeker eens moet van genieten, is het idyllische balkonnetje op de voorlaatste verdieping. Van hieruit heb je een onvergetelijk zicht op de Bonifacusbrug, blijkbaar een van de meest romantische plekjes van Brugge. 😉

Aankomen mag/moet in dit museum !

Wat ook heel erg leuk is, dat is dat je doorheen het museum hier en daar leuke voelplaten hebt. Zo van die platen waar de kinderen écht eens kunnen aan prutsen. Altijd leuk in een museum, zo van die plaatsen waar je tegen de kinderen moet zeggen: allé, daar mag je écht wel aankomen.

Wat kan je onder andere doen? Ruiken aan thee, koffie of chocolade die via de handelsroutes naar Brugge werden gebracht; voelen aan damast of aan stenen die toendertijd gebruikt werden, een schip beladen, noem maar op. Allemaal leuk om het museum ook voor de kinderen toegankelijk te houden.

Tip: kijk tijdens je bezoekje niet alleen naar het hetgeen op de tafels uitgestald ligt, of aan de muren hangt, maar kijk gerust ook eens naar de adembenemende tegelvloer. Zowel de originele als de gerestaureerde zijn ronduit het bekijken waard. Oh ja, en kijk zeker ook eens omhoog.


Hoogdag in Brugge ?

En nadien, aha, toen gingen we ons vergapen aan de schitterende kostuums van de Heilige Bloedprocessie.

Leuk om eens te zien.

De stoet wordt al sinds de 13de eeuw jaarlijks georganiseerd. De naam van de stoet dekt hier perfect de lading en moet ook een beetje in de tijdsgeest van destijds geplaatst worden. Diederik van den Elzas had deelgenomen aan de 2de kruistocht en werd voor zijn inspanningen beloond met een relikwie bestaande uit… inderdaad… een beetje van het heilig bloed van Jezus. Zo gaat de overlevering toch.

Om de devotie van het gewone voetvolk aan te zwengelen, mochten ze jaarlijks eens dat bloed bewonderen. Het duurt natuurlijk wel even voor het befaamde reliek uit de stoet jouw plaatsje langs het parcours passeert; maar eens je de boogschutters  van de Sint Jorisgilde ziet opdoemen, weet je dat hét moment daar is.

De prachtige kostuums van de ontelbare personages, de vele attributen en zelfs de levende dieren die hun opwachting maken tijdens de parade, zijn een toonbeeld van pure folklore. Terecht dat dit evenement erkend werd als Unesco werelderfgoed.

Kortom, zoals alle folklore: leuk om eens bijgewoond te hebben.


Wat vonden de tieners ervan?

Het museum : Je ziet dat er over dit museum goed nagedacht is. De restauratie is duidelijk een titanenwerk geweest. De collectie is origineel en uniek.

Na een bezoekje in dit historisch kader hebben we een nog beter beeld van Brugge in zijn gloriedagen.

Enig minpuntje vonden we wel dat het interessante verhaal van de heer des huizes wat meer aan bod had mogen komen.

Tip voor de Bloedprocessie: ga je er bewust naar toe (hetgeen wij dus niet deden … ) aarzel dan niet om zeker op tijd naar de hanzestad te vertrekken. De stad loopt vol, maar dan ook écht vol. En aarzel niet om die 5 EUR uit te geven aan een stoel…. Wij dachten slim te zijn en geen zitplaats nodig te hebben. In de verzengende hitte, tussen de mensenmassa geprankt (maar wel op de eerste rij ! #nèhnèh) is een staanplaats toch niet zo aan te raden. Een gewaarschuwde man, is er twee waard…


MEER INFO

Meer informatie over het museum vind je hier.

Wil je je verdiepen in de Heilige Bloedprocessie, dan kan je hier .

Nog dit…

We vonden dit museum op de site van Riebedebie. Kijk gerust eens op hun site om andere leuke bestemmingen en Vlaanderen en Brussel te vinden.

Wil je ons ook eens ergens naartoe sturen, laat het ons dan zeker weten.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: